Column week 18-2024.

Arno Walraven en Harrie Maessen. Twee echte Häörder mannen zullen op toerbeurt iedere week een column schrijven op deze website. Iets over de actualiteit in de wereld, in Horn. Iets over wat ze bezig houdt. Een frisse kijk in de toekomst of een grijze blik naar het verleden. Het kan allemaal voorbij komen. Ik geef ze hier de vrije hand om hun verhaal te doen en wens u veel leesplezier.

  Arno Walraven.JPG Harrie Maessen column.jpg  
  Arno Walraven Harrie Maessen  

Droomvakantie en Droomvlucht.

Door de lagune van Venetië fietsend kijk je je ogen uit. Hoe moet je die lagune beschrijven? Heel veel kleine meertjes met net zoveel eilandjes. Of: een heel groot (55.000 ha) ondiep meer met honderden eilandjes. Ondiep water waarin talloze vogels voorkomen: steltlopers, die visjes en andere waterdiertjes vangen. Je ziet een groep flamingo’s. Witte in dit geval. Zij krijgen hier geen voedsel dat carotine bevat. Die zorgt normaal gesproken voor hun roze uiterlijk. Ook witte reigers, een kleiner soort dan bij ons. En dan het klapstuk: de ibis! Ik heb altijd gedacht, dat deze vogel alleen maar in de Nijldelta voorkomt. Nee, dus! De enige andere plek is hier in Noord-Italië. Ik wil natuurlijk een foto maken. Maar ik ben weer eens te langzaam. Voordat de vergrendeling van mijn minicomputer annex telefoon annex fototoestel eraf is, is de vogel gevlogen. Letterlijk. En dan die stilte hier! Je hoort alleen vogels. En dat op nog geen 10 kilometer van Venetië vandaan, waar het nu, in het voorseizoen al ontzettend druk is. We zijn met z’n vieren om deze reis te maken en al dit moois te bekijken. We maken nog een wandeling van ongeveer een  uur dwars door de lagune. Ook hier weet je niet waar je moet kijken, zo mooi. Als we het eindpunt van de wandeling bereiken, komen we bij een onooglijk restaurantje, waarvan Toos zou zeggen: “hiej gaon ich ècht neet nao bènne”. Maar wij durven wel. En we worden niet teleurgesteld. Het eten is voortreffelijk! De wijn meer dan voortreffelijk! Het kost weinig zadelpijn om de lagune per fiets te bereiken, maar veel zadelpijn om de 25 kilometer weer terug naar ons hotel te fietsen. Het is echter de moeite meer dan waard! Wat de reis extra mooi maakt is, dat we met de trein gegaan zijn. De heenreis via het prachtige Oostenrijk. Terug via het misschien nog wel mooiere Zwitserland, met de vele meren en tunnels. Waarbij aan de ene kant van de tunnel de zon schijnt. En als je aan de andere kant uit de tunnel komt en daar een meter sneeuw ziet liggen, dan heb je het gevoel dat je meedoet aan het tv-programma “Rail Away”.  Een droomvakantie! Weer thuis blijkt de lente nog steeds niet begonnen te zijn. Er zijn zelfs mensen die “Buienradar” willen aanklagen wegens fakenews. Een familie uitstapje naar de Efteling brengt ons weer op zonnigere gedachten. Ik ben er in geen vijfentwintig jaar meer geweest. Ik ben niet zo’n fan van alles wat draait, snel beweegt en hard gaat. Een achtbaan is aan mij echt niet besteed. Van grote hoogtes ben ik niet zo kapot. Als Lange Jan zijn nek uitsteekt, word ik al een beetje misselijk. Maar de kleinkinderen van 4 en 6 jaar overtuigen opa dat de familieachtbaan goed te doen is. En de rit duurt slechts 1,5 minuut. Dat is maar 90 seconden. Hoe erg kan dat nu zijn? Ik laat me niet kennen. Hoe erg het zijn kan? Heel erg dus. Misselijkmakend. Ik heb er nog de hele middag (on)plezier van. Vogelrok, Pagode, de Baron, de Python, Villa Volta. Verschrikkelijk. Wie bedenkt zoiets? Wat ook verschrikkelijk is, maar niet akelig: Carnaval Festival. Hoezo? Dat melodietje: Ta dada Ta dada Ta dada. Dat blijft nog een hele week in je hoofd zitten. Verschrikkelijk! Geef mij maar de Droomvlucht, denk ik met een zucht..

Drie Häörder miense hebben ook een beetje moeten zuchten vrijdagmorgen, toen ze op het gemeentehuis mochten komen om hun welverdiende lintje in ontvangst te nemen: al die belangstelling, daar houden zij niet zo van. Maar Hermien, Elly en Jan: Hartstikke verdiend en van harte gefeliciteerd!

Harrie,

Zunjig 28 april 2024


Parel der Hornerhei

Ik kijk nooit op mijn bankrekening, zegt mijn broer, ik kijk naar mijn kinderen en kleinkinderen. Het gaat er niet om wat je mist, wél om wat je hebt. We wonen in een fijn dorp, een sociaal sterk dorp, ook al heeft die sociale cohesie door alle Postkoets-ellende een knauw gekregen. Talrijke voorzieningen van weleer zijn verdwenen. Nauwelijks winkels, steeds minder horeca, de kerk in zwaar weer, verenigingen die met moeite het hoofd boven water houden, die geen mensen meer vinden om de kar te trekken. Steeds minder jongeren die zich binden. Ziehier in vogelvlucht de teloorgang van een dorp. We leven in toenemende mate op onszelf, achter dikke voordeuren, hekwerken en bosschages. Horn had ooit zijn kroonjuwelen Hornerheide, Bethanië, Ursula. Ursula, wie is er niet groot geworden? Velen zongen het lijflied: Sint-Ursula, Sint-Ursula, parel der Hornerhei. Dat is binnenkort verleden tijd als het aan de politiek ligt. Gemeenteraadsleden goochelen met cijfers, maken  ingewikkelde berekeningen zodat de vooropgezette en gewenste uitkomst is dat de school totaal verkeerd ligt. Je kunt je wel rijk rekenen, maar het gezonde verstand zegt dat scholieren niet mooier en beter les kunnen krijgen dan op een grote locatie met sportvelden, tegen de bosrand, in een rustige woonwijk die geen noemenswaardige overlast ervaart. De partij met de meeste Hornse stemmen pleit voor een plek in Baexem, waar “gezonde” stallucht het boerenverstand prikkelt. Wie het snapt, mag het zeggen. Varkensodeur zal de leerprestaties niet echt bevorderen. De leerlingen hebben dan wel al een dik half uur in de buitenlucht gefietst, dat scheelt. Het is net als met witte chocola: ziet er leuk uit, maar smaakt nergens naar. Straks gaan kinderen uit Horn, Buggenum, Beegden, Heel zoals eertijds naar een Roermondse middelbare school. Veel beter trouwens dan in het agrarisch buitengebied. Ik heb goeie herinneringen aan de tijd dat ik in Roermond op school zat, in een prachtig monumentaal pand midden in de stad. Volop sfeer, in en buiten het gebouw. Tijdens een uitval- of tussenuur lekker de binnenstad in. In de pauzes voetballen op de cour. Twee keer per dag op de brommer de brug over. Bij snelheidscontrole met de rollerbank ging Jan Vervuurt, duizendpoot van het College, alle klassen langs om te waarschuwen dat naar huis rijden een brug te ver was. Jongens met een opgevoerde bromfiets moesten maar in de stad blijven hangen. Iedereen dus. Je snapt dat Vervuurt razend populair was. Zeker bij de jongens uit Horn. Het was een fijne man. Ouders van kinderen die binnenkort naar de middelbare school mogen, kunnen hun kroost beter nú al naar Roermond sturen. Uiteraard is het onderwijs op Ursula uitstekend, dat weet ik maar al te goed. Maar afstand is ook een belangrijke factor. Wie weet, brengt een Hornerhei-sessie de politici op betere gedachten. Het zijn niet allemaal Jongens van De Wit, maar -op een enkeling na- zijn ze nog nét niet te oud om te leren. Alhoewel men beweert dat politiek begint waar het verstand ophoudt.

Arno Walraven, 21 april 2024