Column week 27-2025

Harrie Maessen en Arno Walraven. Twee echte Häörder mannen zullen op toerbeurt iedere week een column schrijven op deze website. Iets over de actualiteit in de wereld, in Horn. Iets over wat ze bezig houdt. Een frisse kijk in de toekomst of een grijze blik naar het verleden. Het kan allemaal voorbij komen. Ik geef ze hier de vrije hand om hun verhaal te doen en wens u veel leesplezier.

Harrie Maessen column.jpg
Harrie Maessen

Bourgondisch Bourgondië

De reis naar de Bourgogne verliep voorspoedig. Als onze chauffeur iets beter naar de stem uit het dashboard had geluisterd, waren we zelfs nog een uurtje minder lang onderweg geweest en hadden we niet bij Luik in de file hoeven aansluiten. Het hotel in Nuits-Saint-George, waar we een week zouden verblijven, lag meteen aan de afrit van de snelweg. Een aardig hotel, onderhouden met de ‘Franse slag’, zoals dat zo mooi heet. De kamers waren klein. De badkamer nog kleiner. Douchen deed je in de badkuip. Een douchegordijn was er niet. Dat was ook niet nodig. Bij de tweede douchebeurt liet ik de kleren gewoon op bed liggen. Daar bleven die wèl droog. Het petit déjeuner was goed: lekkere koffie, stokbrood(baguette) zoals je dat alleen in Frankrijk kent, en prima beleg. Voor de Engelse gasten werd ook goed gezorgd: er lagen van die smakeloze worstjes en scrambled eggs. Die eieren waren volgens de mede-eters niet in de pan gebakken, maar verwarmd in de micro wave. Daardoor twijfelden we of het wel eieren waren. Of misschien toch iets van pudding. Ondanks dat wij geproefd hebben, konden we niet bepalen wat het was. Ook durfden we niet te vragen wat het nu precies was.”Excusez moi, is het ei of pudding?” De tweede morgen zagen we alleen de twee Engelse gasten hiervan smullen. Het personeel was heel vriendelijk. De eigenaar ook. Hij had zich tot taak gesteld om geregeld te lachen. Veel te lachen. En koffie te drinken. Heel veel koffie. De eerste avond hadden we geen zin om naar het verderop gelegen dorp te gaan en besloten om in het hotel te dineren. Je bekijkt de menukaart, zoekt een passende wijn uit. In de Bourgogne een goede wijn vinden is gemakkelijk. Het werd dus een Chablis(!). De Chablis was het enige hoogtepunt van het diner. En het personeel natuurlijk, dat was heel vriendelijk. De rest van ons verblijf hebben in het dorp gegeten. Daar werden we niet teleurgesteld. Bij het ene restaurant was het nog lekkerder dan bij het andere! Escargots, truffes, foie gras, canard, Boeuf Bourgognon, om maar een paar gerechten te noemen. Zoals onze reisgenoot meermaals zei: “alles is hiej ‘de crème de la crème’.” Nuits-Saint-George is niet zo toeristisch. Je wordt er nog niet meteen in het Engels aangesproken, gelukkig. Voordat we gingen ontbijten, maakten we een  ochtendwandeling naar het dorp. Daar dronken we een kopje koffie. Heerlijk om zo de dag te beginnen. Rond half acht zat en stond het barretje al vol met mensen. Allemaal Fransen. De meesten nog gauw een kopje om daarna naar het werk te gaan. De ‘pensionataas’ bleven langer hangen. Net als wij, de enige toeristen. Leven als God in Frankrijk. Toen ik voor het eerst in Frankrijk kwam, ik denk meer dan dertig jaar geleden, had ik medelijden met de Fransen: die grote armoede, waarin bijna de hele bevolking leefde, dacht ik. Oude huizen, slecht onderhouden. Menig schilder zou er rijk kunnen worden en leven als God aldaar. En hun tuinen, beter gezegd: de grond naast hun huis was een grote puinhoop. ’Halsbraekerhaof’ hier in Horn was een paleis in tegenstelling tot de huizen daar. In de loop der jaren ben ik er vaker geweest en weet, dat dit de Franse manier van leven is en geen armoede. Hun ‘joie de vivre’.

Leven als God in Frankrijk. Of wie wae zegke: Geneet van ’t laeve!

 

Harrie, zunjig 6 juli 2025