The devil in disguise.
1968 Elvis Presley zingt (You’re the) Devil in disguise
Ze bestaan nog echt! Je moet wel even zoeken. Maar wie zoekt, die vindt. Zegt men. En men heeft gelijk. Zondag in alle vroegte hebben we een wandeling gemaakt. In Swalmen ter hoogte van de Duitse grens. Prachtig gebied! De Swalm meandert daar door het Nederlands-Duitse landschap. Mooie brede paden worden afgewisseld door smalle licht-hellende paadjes. Het lijkt veel op ‘ons’ Leudal rond de watermolen, zoals een van de mede wandelaars opmerkt. En na een fikse wandeling wordt het tijd om te rusten. Een horecagelegenheid is na (kort) zoeken gevonden. Vlakbij de grens. Naast de parkeerplaats, waar ik de auto gezet heb. We openen de deur en raken meteen verstrikt in een gordijn, zo’n halfrond gordijn, als tochtgordijn opgehangen. De geur van sigaretten komt ons tegemoet. (we discussiëren nog even of die lucht in het meubilair zit of pas kort geleden is ontstaan.) Een grote biljarttafel, waaraan twee stamgasten een verbeten potje biljart spelen, vult de helft van het etablissement. We nemen plaats aan een tafeltje bedekt met, jawel hoor, een persje. Ze bestaan nog écht, die caféetjes! Alles van hout, bruin natuurlijk. Bruine sjreutjes. Sjreutjes? Hadden wij die niet ook in huis in de jaren zeventig?( ja, eerst bruine sjreutjes, later alles wit geverfd om meer licht in huis te krijgen, en weer later de hele kraom eruit gebroken en stucwerk aangebracht). En het mooie in dat café is: je kunt alleen contant betalen. Dit wordt ons al gezegd voordat we plaatsnemen. We gaan zitten aan een tafeltje met een paar stoelen en een bankje tegen de muur. Het bankje is recht, hard en ongemakkelijk om op te zitten. Het dunne kussentje kan het zitgenot niet veraangenamen. Je kunt er op wachten, maar als we even zitten, komt een man binnen met een “WanderHut”. Een groenbruine hoed met speldjes en een kleine veer. We kijken elkaar aan: eine echte Pruus. Kan ook niet missen, zo vlak bij de grens. Echter: als de Inhaberin zich bij de Pruus voegt, om met die Stammkunde een gesprek te voeren, beginnen beiden plat te kalle. En niet zo half-Duits-plat, maar gewoon, zoals dat hoort, plat van biej os. Weliswaar geen plat Häörs, maar plat Zjwaams. Een Swalmenaar als Duitser in disguise! Zo zie je maar weer, dat je niet te gauw moet oordelen. We bestellen koffie mit get derbiej. Dat is geen teleurstelling: de koffie is prima en dat derbiej is een lekker stuk vlaai. Niks van te zeggen. Groot genoeg. Als het tegen etenstijd loopt en we huiswaarts willen keren, moet er natuurlijk afgerekend worden. Gezien de aanwezigheid van de sjreutjes en de afwezigheid van een pinapparaat, maken we ons niet druk over de ontstane kosten. Ik al helemaal niet, want ik heb geen cash op zak. De prijzen blijken echter van het zelfde niveau te zijn, als op het terras in Remunj. We hebben even de hoop gehad, dat vanaf 1970 niet meer geïndexeerd is. Helaas, de realiteit is anders: Zjwame es Remunj in disguise.
Sjoeane zunjig gewinstj en geneet van de herfst!
Harrie, zunjig 26 oktoeaber 2025, begin van de wintjertied.