Vader gaat op stap.
In menig Horner huis speelde zich de laatste twee dagen hetzelfde tafereel af: ‘zunjese kleier’ klaarleggen, een douche of bad nemen, haren kammen, tanden poetsen, een geurtje op doen, netjes aankleden. En dan op stap naar het Horner Grand Diner. Altijd, als ik bij zo’n gelegenheid, mezelf nog even controleer voor de spiegel, moet ik aan een van die liedjes van Toon Hermans denken. “Vader gaat op stap: …. Zit m’n dasje goed, zit mijn jasje goed? Vader gaat op stap! Is mijn pochetje d’r, mijn sigaretje d’r? Vader gaat op stap! Vader heeft vandaag dat fieve, niet meer zo dat primitieve. Want vader is vandaag de bon vivant, bon vivant, bon vivant. Vive le, vive le, bon vivant. Vader gaat op stap…..’ Hij komt in dat lied in de armen van een ‘blue belle uit Berlijn’, zo’n zwoele dame van plezier terecht, genaamd Jacky. Maar als zij ‘eeuwig’ bij hem wil blijven, vindt vader dàt wel wat lang. Nu ben ik wel vaker op stap geweest, maar nog nooit bij zo’n zwoele dame beland. Het Horner Grand Diner vindt plaats in onze vernieuwde Postkoets. Twee avonden zijn uitverkocht met steeds honderdtwintig mee-eters. Samen met honderdnegentien andere uitverkorenen, mag ik aanschuiven. Toon noemt het: “aanzitten aan het buffet”, maar, zegt hij “je mag niet aan het buffet zitten!” Je mag wel aanzitten, maar niet er aan zitten. De ontvangst bij de Postkoets is groots. Een fotografe ontvangt de gasten door een foto van de binnenkomende koppeltjes te maken. Vervolgens maant een WC-dame een ieder zich te gedragen in haar territorium: het Toilet. Dat kunnen wij dus niet beloven. Dan komen wij bij de echte entree en worden voorzien van een polsbandje. Een polsbandje waarop geschreven is, wat ons te wachten staat. Met andere woorden: welke spijs en drank wij van tevoren besteld hebben. Wij krijgen een geel bandje met een W. Vis met witte wijn. Bij binnenkomst van de eetzaal worden we getrakteerd op een amuse, uitgereikt door de chef-kok met een zeer Frans klinkend accent. Hij doet zich voor als een Fransman, maar ik heb mijn twijfels. Met een ‘bubbeltje’ in de hand, begeleidt men ons naar de eetzaal. Deze is sfeervol ingericht. Ronde tafels, waaraan telkens tien personen kunnen plaatsnemen. Maar het blijkt niet zomaar een diner te zijn. Nee, we zijn aanwezig als gasten bij een heuse trouwerij. Nanny, de bruid, is van goede komaf. Haar moeder is een kruising van een omhooggevallen schooljuf en mrs. Bucket (uitspreken als: Bouquet) uit de tv serie Keeping up Appereances. Nanny is echter blijven hangen aan Rodney, een louche figuur. Hij komt uit het getto van Baexem, waar hij, in het echte leven, een winkeltje runt. Het huwelijk wordt voltrokken door Pastoor Cuveé. Hij heeft al een fles miswijn voor de huwelijksvoltrekking geconsumeerd, met een zichtbaar wankelend resultaat. De scènes van de trouwerij worden afgewisseld met de verschillende gangen van het diner. Het eten is prima. Voor- en nagerecht moeten ‘geshared’ worden, zoals tegenwoordig in veel restaurants het geval is. De echte chef-kok heeft goed zijn best gedaan. De bediening is vlot en gezellig. De avond verloopt spelenderwijs. Op het einde nog een paar pilsjes aan de bar en dan moe en voldaan naar huis. Of, zoals Toon Hermans in zijn liedje: “…..als hij thuis in zijn flanel staat, staat hij te barsten van de slaap…”
Smakelijk aete alvast väör strakkes,
Harrie, zunjig 9 november 2025