Ard en Keessie
Driekoningen is voorbij. Wijzen zijn weer ver te zoeken. De hele kerst-tispel is opgeborgen, de boom kleingeknipt in de container. Aafgeloupe oêt, zei laatst iemand. Begin jaren ’70, in de guldentijd, waren we tieners. Een gouden tijd. Misschien niet zoveel te doen als vandaag de dag, maar het plezier was er niet minder om. School was belangrijk, daarna voetballen bij KSV, HOJ en de Jongerenkerk. Nu en dan een meisje en veel kaarten. Toepen, kruisjassen, hëüge, rikken. Vooral dat laatste. Avondenlang. Meestal bij ons thuis, daar was plaats genoeg. Soms zaten drie tafels jongelui, jongens en meisjes, te rikken, klassementen werden bijgehouden. Als we de hand niet hadden, zetten we de “joker” in. Dan speelde mijn moeder mee. Ze rikte als de beste. Klavere zitj altiêd ròndj, zei ze. Zij probeerde ons aan het bridgen te krijgen, maar we waren stellig: Dat is iets voor ouwe mensen. Inmiddels spelen mijn broer, Agnes en ik toch al enkele jaren bridge, al beseffen we dat we te laat begonnen zijn. Van achteren kijk je een koe in de kont. Als het gevroren had, schaatsten we op de ondergelopen weilanden langs de oude Rijksweg. Het was de tijd van Ard Schenk en Kees Verkerk. We waren niet van de buis weg te slaan, noteerden de tijden om te kunnen inschatten wat hun kansen waren. Ard en Keesie sleepten alle prijzen weg. De euforie was vergelijkbaar met die bij een race van Max Verstappen of een WK voetbal tegenwoordig. Jan Bols had mijn bijzondere aandacht, al was het maar omdat hij tegenover de bakkerij van mijn vriendinnetje Mieke in Hoogeveen woonde. Voor hem maakten de strenge protestanten een uitzondering op de zondagsrust en mocht de televisie aan. Bols reed wereldrecords aan flarden. Hij was de grote favoriet voor het EK maar nam op de 5000 meter twee keer achter elkaar de buitenbaan. Hij schaatste dus veel meer meters, maar werd desondanks gediskwalificeerd, wég goud. De ontreddering in Hoogeveen was groot. In plaats van zwarte koffie werd naar de fles gegrepen en moest een jonge Bols trachten de kater weg te spoelen. Gereformeerden zijn principiële mensen. In Kampen wordt al wekenlang de grondwettelijke vrijheid van godsdienst in praktijk gebracht door 24 uur diensten te houden om uitzetting van kwetsbare mensen te voorkomen. Mijn respect hebben ze. De sympathiekste schaatser was Franz Krienbühl, een joviale Zwitserse architect. Hij begon op zijn 38e met topsport. Hij eindigde meestal achteraan. Menigeen was in de veronderstelling dat hij de sleutel van de ijsbaan kreeg om te kunnen afsluiten als hij over de finish was. Tot en met de zondag na Driekoningen mag je elkaar een zalig Nieuwjaar wensen, zei ooit een bekend Limburgs politicus; dan zal het wel waar zijn. Of dat eveneens geldt voor een voorspoedig dan wel gelukkig Nieuwjaar, zei hij niet. Zonder geluk vaart niemand wel. Soms heb je al geluk als je geen pech hebt. Vandaag is het de zondag na Driekoningen. Zalig Nieuwjaar dus!
Arno Walraven, 12 januari 2025